Samen weet je meer
Hoe betrekken jullie familie en vrienden bij de zorg voor iemand met psychische problemen?
Anneke: ‘Vanaf de intake tot aan de herstelperiode nodigen we familie, vrienden en naasten uit om aanwezig te zijn bij gesprekken. Daarnaast organiseren we voor hen informatiebijeenkomsten en familieavonden. Om te meten hoe ze dat ervaren, hebben we sinds kort een familie-app.
Hoe ziet die familieapp eruit?
Linda: In de app kunnen we vragen stellen aan naasten van een cliënt. Bijvoorbeeld: heb je een vaste contactpersoon? Word je voldoende geïnformeerd? Wordt er naar je geluisterd? Op basis van die antwoorden kunnen we onze samenwerking continu verbeteren.’
Familie en vrienden hebben ontzettend veel kennis over de cliënt. Die kunnen wij goed gebruiken bij onze behandeling.
Waarom zijn naastbetrokkenen zo belangrijk?
Anneke: ‘Familie en vrienden hebben ontzettend veel kennis over de cliënt. Die kunnen wij goed gebruiken bij onze behandeling. Bovendien keert de cliënt in veel gevallen terug naar zijn eigen omgeving. Daarom is samenwerking van essentieel belang.’
Hoe is die naastenzorg binnen GGZ Friesland georganiseerd?
Linda: ‘Ieder team heeft een zogenaamde familie-aandachtfunctionaris. Die zorgt dat het behandelteam voortdurend naasten bij het herstelproces betrekt. Daarnaast zijn we op zoek naar familie ervaringsdeskundigen: mensen die zelf in een soortgelijke situatie hebben gezeten en andere mantelzorgers tips en trucs kunnen geven. Er is een onafhankelijke familievertrouwenspersoon, bij wie betrokkenen met vragen terecht kunnen. En tot slot beschikt GGZ Friesland over een familieraad die vinger aan de pols houdt.’
Welke vragen stellen naasten vooral?
Anneke: ‘Vaak gaat het om specifieke vragen over de persoonlijke situatie. Hoe kun je als naaste het beste samenwerken met de professional en de cliënt? Als er problemen zijn, hoe kunnen die worden opgelost?’
En als naasten meer hulp nodig hebben?
Linda: ‘We hebben nu een aantal keer een MAT-training aan naasten gegeven. In deze training leer je beter communiceren met mensen die een ernstige psychiatrische aandoening hebben. Je leert als naaste om mee te bewegen met de cliënt. Hoe geef je je eigen grenzen aan en wanneer veer je juist mee? Zo investeren we letterlijk én figuurlijk stapje voor stapje in een optimale samenwerking met naasten.’